Door de gebeurtenissen in Frankrijk en de Zuidelijke Nederlanden komt de Opstand in de Noordelijke Nederlanden in een zeer precaire fase. Na de verovering van Valenciennes, Leuven en Bergen stuurt Alva zijn zoon Don Frederik op strafexpeditie. Mechelen is dan het eerst aan de beurt. Op 2 oktober geeft de stad zich over (de terugtrekkende troepen van Oranje waren al een dag eerder vertrokken gevolgd door duizenden burgers) waarna de Spanjaarden gedurende drie dagen op een vreselijke manier huis houden in de stad (Spaanse furie in Mechelen). Don Frederik komt daarna met zijn leger naar het Noorden om daar de Opstand de kop in te drukken. In het eind van deze maand vertrekt Don Frederik vanuit Nijmegen om zijn strafexepditie te vervolgen.
De winter zet dit jaar al vroeg in. In Friesland vriest het al op 10 oktober en op 28 oktober zijn de Franeker grachten al dichtgevroren.