Lumey van der Marck arriveert voor enkele dagen met zijn ′witte
vendel van den Briel′ en zijn gevolg in Gouda. Vooraf heeft het
stadsbestuur al maatregelen genomen ter bescherming van kerken en
kloosters; Lumey en zijn soldaten staan immers bekend als zijnde seer
geneycht (…) tot tspolieren van kercken ende godtshuysen.
De Leidse vroedschap draagt de geestelijke instellingen op om binnen 14 dagen lijsten van hun inkomsten in te leveren. De calvinist Andries Schot wordt benoemd tot ontvanger.
In Leiden wordt in de Pieterskerk de eerste protestantse dienst gehouden.
Lumey bevindt zich met zijn manschappen voor Schoonhoven.
In Dordrecht worden de katholieke geestelijken uit de stad verjaagd.
Vanuit Utrecht onderneemt Bossu met zo′n tien vendels soldaten
een poging om Schoonhoven te ontzetten. Hij slaagt er niet in de
schansen van de geuzen rond de stad te doorbreken en moet zijn
pogingen staken. Wel vallen er slachtoffers onder de geuzen; Wouter
Jacobsz. spreekt in zijn dagboek over seventien scuyten
gewondichde, seven ter Goude in sint Catharynenconvent, dat sy voer
haer gasthuys gebruyckteden, ende tien tot Gorcum.
In Gorinchem wordt de vroedschap door Rutger van den Boetselaer, de gouverneur van de stad, ontslagen van de eed aan de koning.
De nieuwe vroedschap van Gorinchem legt een nieuwe eed van trouw af.
Schoonhoven wordt na een langdurig beleg ingenomen door van der Marck.
Lumey van der Marck legert zich 13 dagen lang met ′het witte
vendel van den Briel′ en zijn gevolg (in totaal 700 personen) in
Gouda tot onverwinlicke schaede , gewelt, overlast ende
verdriet
van de burgerij. Tijdens dit verblijf wordt het
Margarethaklooster verwoest waarbij een 80-jarige bewoonster wordt
mishandeld. Voorts worden enkele monniken vermoord en is tenminste
één zuster van het Agnietenklooster verkracht. Het
verblijf van Lumey met de zijnen kost de stad Gouda niet minder dan
fl. 4000.
In Gouda wordt Jasper Arnoldi, broeder van het klooster den Hem en bewaarder van de altaren en de kerksieraden, omgebracht. Rond deze datum is ook de priester Pieter Hercksz. gedood.
In Dordrecht wordt de prinsgezinde regent, Jacob Muys van Holy (zie 23/24 juni) schout als opvolger van de regeringsgezinde Jan van Drenckwaert.