De hertog van Holstein steekt met zijn krijgsvolk vanuit ′s-Hertogenbosch bij Hedel de Maas over om te proberen Zaltbommel op de geuzen te heroveren.
Oranje ziet zich genoodzaakt Roermond te ontruimen. (doen de prince
selver daer uyt die vluchte weder genomen
.)
Het door het leger van Oranje zwaar geteisterde Roermond wordt door Spaanse troepen bezet.
Oranje bevindt zich nu in Zutphen van waaruit hij zijn broer Jan van Nassau schrijft.
Oranje, op de vlucht voor het optrekkende leger van don Frederik, komt te middernacht aan in Coevorden.
Alva arriveert met zijn leger in Maastricht en verblijft daar enkele dagen.
Stadhouder Berlaymont meldt dat de steden Lochem en Oldenzaal de rebellen hebben verjaagd.
Doetinchem wordt weer ingenomen door de regeringsgetrouwe hopman Balthazar van Rossum.
Oranje is inmiddels in Zwolle waar hij zijn zwager Willem van
den Bergh ontmoet. In een ′pathetische′ brief schrijft dat de
garnizoenen die hij in Roermond, Wachtendonk, Doesburg, Doetinchem,
Oldenzaal en Lochem had gelegd zijn vertrokken. Behalve vrees voor de
militaire suprematie van de Spanjaarden speelden ook gebrek aan geld
en dus achterstallige soldijbetalingen een rol. In deze brief schrijft
hij ook zijn bekende en profetische zin dat hij besloten heeft naar
Holland te gaan om daar mijn graf te vinden
.
Vanaf deze datum is Huis Bergh weer in handen van de Spanjaarden.
Stadhouder Berlaymont laat vanuit Doesburg het Hof weten dat hij de door de rebellen verlaten plaatsen Doetinchem, Lochem en Oldenzaal, van bezetting heeft voorzien en verder de komst van Alva afwacht. Hij heeft een predikant van de vijanden gevangen genomen, die verdacht wordt bij den moord te Berchem bij Antwerpen geweest te zijn. De bedoelde predikant is Arnt van Rijswijck, geboren in ′s-Hertogenbosch.
Omdat Alva niet verder kan reizen vanwege de jicht neemt Don Frederik, Alva′s zoon, het bevel over. Hij vertrekt uit Nijmegen met de opdracht om het graafschap van Zutphen en de steden die door Van den Bergh zijn veroverd weer terug te winnen. De geuzen wachten de dreiging van het Spaanse leger niet af. Bij het vertrek van Don Frederik verdwijnen de geuzen meteen al uit Doetinchem dat overigens niet zelf de kant van de Opstand had gekozen.