Inmiddels hebben de acht schepen die bedoeld zijn voor de verdediging
van Zierikzee zich één dezer dagen aangesloten bij de geuzen. Die
voeren een eerste aanval uit op Zierikzee. Twintig schepen, afkomstig
uit Veere, landen op de zuidkust van Schouwen. De kerk van Borrendamme
gaat in vlammen op en zoals gewoonlijk wordt het platteland geplunderd.
De geuzen worden echter voor de stad door de Waalse soldaten van De
Renaix teruggeslagen.
Rooze-Stouthamer, De opmaat tot de Opstand 176.
4 augustus
De geuzen voeren een nieuwe aanval uit op Zierikzee en nu worden zij
niet teruggedreven maar het is de invallende duisternis die tussenbeide
komt.
Rooze-Stouthamer, De opmaat tot de Opstand 176-177.
5 augustus
De dag erna wordt de strijd, waarbij velen sneuvelden, bij Zierikzee
hervat. Ondanks het feit dat de meerderheid van de bevolking aan de
kant van de geuzen staat houdt het stadsbestuur hardnekkig vast aan de
koningsgezinde koers. Op een tweede brief van De Rollé uit Veere,
persoonlijk gebracht door de Veerse burgemeester Richard Barradot, met
het aanbod op vreedzame wijze over te gaan reageren magistraat en Brede
Raad afwijzend.
Rooze-Stouthamer, De opmaat tot de Opstand 176-177.
6 augustus
De positie van het Zierikzeese stadsbestuur wordt moeilijker mede door
de slechter wordende voedselsituatie in de stad. Het lijkt er wel op
dat de vastberadenheid van de stedelijke overheid minder wordt,
mogelijk ook door het feit dat Richard Barradot de brief van Willem van
Oranje aan Veere van 1 mei 1572 (zie aldaar) aan de Zierikzeese heren
heeft laten lezen.
Rooze-Stouthamer, De opmaat tot de Opstand 176-177.
De brief van Oranje: Willem van Oranje in brieven 83-85.
7 augustus
Bevelhebber Adriaan de Renaix roept de burgemeesters, de schepenen, de
vertegenwoordigers van de schutterijen en zijn eigen luitenants bijeen
om te polsen of iedereen bereid is de stad voor de koning tot het
uiterste te verdedigen. De burgemeesters aarzelen en willen eerst ′het
gewone volk′ raadplegen.
Rooze-Stouthamer, De opmaat tot de Opstand 178.
8 augustus
Twee uur ′s nachts vallen de geuzen in groten getale aan; de Waalse
verdedigers hebben geen schijn van kans. Het ′gewone volk′ wil niet
vechten evenmin als de schutters. De stadswacht is overgelopen naar de
geuzen. Zij kiezen er voor om een overeenkomst te sluiten met Richard
Barradot als vertegenwoordiger van De Rollé en de geuzenkapiteins.
Onderdeel van de overeenkomst is dat het garnizoen van De Renaix moet
vertrekken, dat het de wapens mag houden en dat gijzelaars worden
uitgewisseld.
Rooze-Stouthamer, De opmaat tot de Opstand 179.
9 augustus
Het Waalse garnizoen verlaat Zierikzee. Tegen de overeenkomst in worden
de wapens van het garnizoen door de geuzen ontfutseld en keren de
meeste gijzelaars van geuzenzijde al weer terug.
Rooze-Stouthamer, De opmaat tot de Opstand 179-180.
10 augustus
In Antwerpen zijn op bevel van Alva schepen in gereedheid gebracht om
bij Zierikzee de veiligheid van de stad tegenover de geuzen te
waarborgen. Tevens is baljuw Simon Goesman met geld voor de soldij van
de Waalse soldaten in Zierikzee vanuit Brussel in Bergen op Zoom
gearriveerd. Beide maatregelen zijn te laat: Zierikzee is reeds ′om′.
De geuzentroepen trekken juist deze dag onder leiding van de kapiteins
Jacob Simonsz. de Rijk, Willem Cloot en Adriaan Menninck de stad
binnen.
Rooze-Stouthamer, De opmaat tot de Opstand 180-181.
11 augustus
Het met Zierikzee gesloten akkoord wordt door Jeronimus de Rollé als
gouverneur van Veere geratificeerd en door de kapiteins nog eens
bevestigd. Richard Barradot kan de reis naar Willem van Oranje
aanvaarden om het te laten ratificeren. Barradot treft Oranje aan bij
de Maas en brengt hem het bericht van de overgang van Zierikzee over.
Daar ontvangt hij de definitieve aanstelling van De Rollé als
gouverneur en andere brieven voor Zierikzee, Vlissingen en Veere. De
reis zal 29 dagen (dus tot rond 9 september) duren.
Over Barradot: Van der Aa, Biographisch Woordenboek II 43-44.
Rooze-Stouthamer, De opmaat tot de Opstand 180-181.
13 augustus
De regeringsgezinde bestuurders op Schouwen en Duiveland moeten het
veld ruimen. Baljuw Simon Goesman (op dat moment afwezig) wordt
afgelost door Jeronimus van Borre en rentmeester Bruninck van
Wijngaarden wordt vervangen door Tristram Jhane.
Dirksen, Gezag en geld 212 noemt als datum 14 augustus.
Rooze-Stouthamer, De opmaat tot de Opstand 182.
18 augustus
Het met Zierikzee gesloten akkoord voorziet ook in garnizoen in
Brouwershaven en het platteland van Schouwen en Duiveland. Kapitein
Willem Cloot wordt toegezegd dat er soldaten voor het garnizoen in
Brouwershaven geworven mogen worden.
Rooze-Stouthamer, De opmaat tot de Opstand 181.
26 augustus
Oud-Vossemeer stuurt een bode met berichten over de benarde toestand
van het dorp en de omgeving. Dagelijks worden invallen en plunderingen
door de geuzen op het eiland uitgevoerd.
Rooze-Stouthamer, De opmaat tot de Opstand 189.
Met meer dan 50 schepen landen
3000 geuzen bij Baarland en Kruiningen op Zuid-Beveland. Zij zijn er
dus eerder dan de schepen die Alva in gereedheid laat brengen in
Antwerpen, Sluis en Walcheren om Goes te hulp te komen. Wederom hebben
Gilbert en Tseraerts de leiding van deze operatie. Goes wordt verdedigd
door 600 Spaanse en 200 Waalse soldaten.
27 augustus
Het in de buurt van Domburg op Walcheren gelegen kasteel Westhove wordt
door geuzen bestormd en ingenomen. De gebouwen gaan grotendeels door
brand verloren.
De geuzenkapitein Cornelis Claesz. gaat bij Vlissingen het gevecht met
vier Spaanse schepen uit Sluis aan. Twee schepen worden verjaagd in de
richting van het Zwin en één ontploft door ′ingelegd verborgen vuur′.
Het vierde schip wordt veroverd waarna de opvarenden worden gevangen en
vervolgens opgehangen.
Over Claesz.: Van der Aa, Biographisch Woordenboek III 377.
29 augustus
′of omstreeks die tijd′ besluit de magistraat van Zierikzee om
plunderingen door soldaten te voorkomen dat alle kerksieraden uit de
Grote Kerk op het stadhuis gebracht moeten worden. De predikant Jacob
Jorisz. Barselis krijgt de opdracht hetzelfde te doen voor de andere
kerken zowel binnen als buiten de stad.
Over Barselis: Van der Aa, Biographisch Woordenboek II 44.