Lumey, die inmiddels uit Delft is vertrokken, komt aan in Den Haag waar hij zich enkele dagen ophoudt.
Op last van Lumey wordt in Delft de Nieuwe Kerk aan de gereformeerden voor gebruik afgestaan.
In Delft vindt de eerste gereformeerde dienst plaats in de Nieuwe Kerk.
Lumey arriveert met zijn gevolg en geuzentroepen in Leiden waar hij met veel eerbetoon wordt ontvangen. De komst van de geuzen gaat gepaard met het beschadigen van religieuze gebouwen.
In Gouda bedraagt het aantal ingekwartierden (vrouwen en kinderen meegerekend) 700. Een van de burgemeesters, een schepen, een lid van de vroedschap en een bode reizen per schuit naar Dordrecht om daar het ingezamelde kerkelijke goud- en zilverwerk ter waarde van 6382 pond Vlaams af te dragen.
Gouda zucht onder de lasten die de inkwartiering van de (op dit moment 700) geuzen met zich meebrengt. De vroedschap besluit aan Van Swieten te vragen afspraken te maken over het (maximum) aantal soldaten in de stad. De burgemeesters benaderen echter rechtstreeks Lumey en kregen gedaan dat het ′zeer gehate′ vendel van Hans Bever (350 man) uit de stad vertrekt.
Woerden sluit zich aan bij de Opstand; na schriftelijke onderhandelingen tussen kastelein Adriaan Duyk en Van Swieten weet de Amsterdamse notaris Jan Coenensz., optredend namens Van Swieten, een verdrag te sluiten en is de stad omgegaan. Voorwaarde is dat de stad onder een Luthersgezind bestuur blijft.
Na door de geuzen geplunderd te zijn wordt, ondanks verzet van de katholieke baljuw in Naaldwijk, de kerk door de protestanten in bezit genomen en van ‘afgoderij’ gezuiverd. De eerste gereformeerde eredienst wordt in de Oude kerk aan het Marktplein gehouden.
Ongeveer 500 geuzen onder leiding van Adriaan van Duvenvoorde steken de schans van Mijdrecht, bij Uithoorn met de St. Janstoren in brand.
Ontrent de 10 Augusti).
De Staten van Holland vaardigen een plakkaat uit om de goederen van de uitgeweken geestelijke en wereldlijke personen te annoteren. Voor zover deze goederen gelegen zijn op het platteland nemen de Staten die in beheer, voor de in steden gelegen goederen de stadsregeringen. Het is nog geen confiscatie.
Om in Holland het bestuurlijke vacuüm te vullen vaardigt Oranje (die
zich in kasteel Hillenraad bevindt) een ordonnantie uit. Daarin
belooft hij geen maatregelen te treffen dan bij advijse
(d.w.z.
met toestemming) van de Staten van Holland. Verder trekt Oranje alle
commissiën, die wij of onse gecommitteerden tot noch toe ter zee
gegheven hebben
in.
In Den Haag wordt de Grote Kerk aan de katholieken en de Kloosterkerk aan de gereformeerden toegewezen.
In Dordrecht wordt in de Nieuwe Kerk voor het laatst een kind in het openbaar door een priester volgens de rooms-katholieke ritus gedoopt. Het betreft een dochter van Jan Pouwelsz. Hallincq, genaamd Katharina.
De predikant Petrus Dathenus wordt door Oranje belast met de
behartiging van de belangen van de protestantse eredienst in Holland
door met advys van de Staeten deszelfs lants goede ordre ende
regel te stellen op den voorszeyden zaecken, soo wel der religie als
andere politique aengaende, sulcx als hij tot meesten rust, vrede en
goede eenicheyt ende welvaren deszelfs lants ende van allen den
inwoonderen van dien sal bevinden te behooren
.