mei 1572

.

1 mei

Een vendel soldaten onder hopman Quickel wil zich in Enkhuizen inschepen in de oorlogschepen die al in de haven lagen. De burgerij weigert deze manschappen voor de schepen van Alva binnen te laten.

2 mei

Een dag later probeert admiraal Boschuyzen het nog eens Spaansgezinde troepen in Enkhuizen te krijgen en ontbiedt hopman Quickel in Venhuizen. Burgers verhinderden dit aanvankelijk en verdrijven de door list binnengekomen soldaten de stad uit. De schutterij steunt noch Boschuyzen, noch het stadsbestuur. Boschuyzen wordt onder bewaring gezet en wordt gedwongen de elf schepen die in het Marsdiep liggen terug te roepen. Zeven geven aan de oproep gehoor. Burgers bemachtigen het geschut van het havenhoofd en van de zich daar bevindende schepen aldaar. Het veerschip van Amsterdam, beladen met buskruit en wapens voor de vloot van Bossu, valt in handen van de rebellen. De dagen erna komen steeds meer ballingen in de stad terug. Pieter Buiskens verschijnt met zijn instructie van Oranje.

In Londen worden dezer dagen wapens en geld ingezameld ten behoeve van de strijders in Den Briel en Vlissingen.

Dordrecht ontvangt een brief van de geuzen in Vlissingen die goed op de hoogte zijn van de interne verhoudingen in Dordrecht. De Vlissingers sporen de dekens van de schutterijen en de schippers en ambachten (dus niet de magistraat) de kant van de Prins te kiezen.

6 mei

Voor geuzen en ′piraten′ bestaat geen pardon. Op deze dag worden Jan Quirijnszn. van Noordwijk (hij is al eerder op 9 april in de buurt van Delft opgepakt) en zijn collega Matthijs van Hamburg in Den Haag opgehangen.

8 mei

De Dordtse magistraat laat zich niet intimideren door de brief uit Vlissingen van 2 mei. Ieder die zich inlaat met rebellen, zeerovers en oproerigen zet zijn leven en bezittingen op het spel.

De Hollandse steden worstelen met de vraag wie of wat zij moeten steunen. De magistraat van Leiden kondigt af dat de bevolking de geuzen niet mag steunen.

10 mei

Wat betreft de onkosten van de schepen, uitgerust door Gouda en Dordrecht en die van de soldaten bij Maassluis meent de Goudse magistraat dat de schepen moeten worden betaald van de 15.000 pond die door de Staten zijn geaccordeerd en dat de soldaten bij Maassluis moeten worden betaald door de koning. Gouda besluit in de Staten van Holland nogmaals te adviseren om Alva te vragen af te zien van de 10e en 20e penning en in ruil daarvoor de quote van fl. 271.000 voor vier jaar te accepteren (zie ook 20 januari en 5 april).

Een viertal geuzen, behorende tot de bezetting van Den Briel, die zich op een expeditie te ver had gewaagd wordt door de provoost mr. Barend en een vijftal helpers opgepakt en gevankelijk naar Den Haag vervoerd (zie hierna 17 mei).

11 of 12 mei

Op bevel van Bossu probeert Paulus van Loo, de drost van Muiden, een karveel soldaten in Enkhuizen te loodsen. Een grote menigte onder leiding van Pieter Buiskens en Cornelis Jansz. Brouwer, voorzien van een stuk geschut, treedt bepaald intimiderend op. Van Loo dus bejegent, liet sijn moedt vallen, maekte seil, en socht met zijn krijgsvolk een goedt heenkomen.

13 mei

Door tegengevallende oogst en inkwartieringen is het graan schaars en zijn de broodprijzen hoog. In Den Haag worden maximumprijzen vastgesteld.

15 mei

Het Enkhuizer stadsbestuur is overwegend koningsgezind. Eén van de burgemeesters, Vrederik Symonsz. probeert de stad in het Spaansgezinde kamp te houden maar stuit op verzet.

Na onderlinge onenigheid laat de burgerij de oorlogsvloot vanuit Enkhuizen naar Amsterdam vertrekken. Als één van deze schepen vastloopt wordt het door de watergeuzen die zich op de Waddenzee ophouden in brand gestoken. Het Enkhuizer stadsbestuur wil daarop een ander schip ter beschikking stellen maar dit wordt verijdeld door de rebellen die, op het moment dat het schip de haven uitvaart, de valbrug precies neerlaten tussen de masten van het schip.

16 mei

Het stadsbestuur van Enkhuizen probeert met een ingehuurd vendel soldaten het schip weer vrij te krijgen maar ook dat wordt door de oppositie verhinderd.

17 mei

De vier op 10 mei opgepakte geuzen worden terechtgesteld. Drie eindigen hun leven aan de galg, de vierde op de brandstapel.

20 mei

Het Enkhuizer stadsbestuur houdt voet bij stuk. De burgemeesters kiezen de zijde van Alva en zijn stadhouder Bossu. Wie niet akkoord gaat kan vertrekken, en wel liefst zo snel mogelijk.

21 mei

De volgende dag kiest Enkhuizen de zijde van de geuzen; burgers onder leiding van Pieter Buiskens, Dircksz. en Cornelis Jansz. Brouwer bemachtigen geschut en bewapenen hun aanhangers. De koningsgezinde burgemeesters worden gevangen gezet. Het nieuwe stadsbewind vraagt de geuzen die bij het Vlie liggen te hulp.

22 mei

De geuzen laten er geen gras over groeien: zij arriveren de dag daarna met 28 schepen met 500 militairen bij Enkhuizen . Twee geuzenschepen zijn geladen met graan waarmee een hongersnood in Enkhuizen wordt afgewend. Weldra volgen schepen uit Den Briel met ondermeer Ruychaver, Cabeliau en Roobol.

In Hoorn wordt het overwegend koningsgezinde stadsbestuur ongerust. In Hoorn heeft de Prins een niet onaanzienlijke aanhang. Het stadsbestuur heeft al eerder Bossu om soldaten gevraagd en extra oorlogsmateriaal besteld. Na overleg met de in Hoorn wonende admiraal Jan Simonsz. Rol wordt op deze donderdag het geschut met scherp in de stad opgesteld om eventuele onrust te kunnen bezweren. De maatregel verwekt juist onrust en woedende burgers dwingen van de burgemeesters de belofte af geen (Spaanse) soldaten in de stad te brengen. Het geschut wordt weer gebracht op de plaats waar het was. Admiraal Rol en zijn huis ontsnappen ternauwernood aan een overval vanuit de burgerij.

23 mei

Uit Hoorn verneemt Bossu berichten dat de stad het voorbeeld van Enkhuizen zal gaan volgen. Admiraal Rol vlucht uit Hoorn en vestigt zich in Amsterdam.

24 mei

In Hoorn worden de zaterdag voor Pinksteren, op verlangen van de burgerij acht nieuwe kapiteins van de schutterij gekozen, volgens Velius door elkaar genomen de zaak van de prins gunstig gezind, maar (...) onervaren in het leiding geven.

26 mei

Aanzienlijke aantallen geuzen komen op Enkhuizen af. Vandaag landen er zo′n 70 geuzen tussen Schoorl en Petten die naar Enkhuizen trekken zonder dat hun door de bevolking een strobreed in de weg wordt gelegd.

27 mei

Vijf geuzen worden in de Gevangenpoort gevangen gezet. Zij zijn bij Katwijk door Spanjaarden gevangen. Later zijn zij met enkele anderen die een paar dagen eerder zijn opgebracht in Rotterdam opgehangen.

28 mei

Enkhuizen kiest een nieuwe stadsregering die de eed van trouw aan de koning, de prins als stadhouder en aan de stad aflegde.

Een aantal geuzen waagt zich in de buurt van Delft. Vijf van hen worden door dienaren van de procureur-generaal met assistentie van Spaanse soldaten naar Den Haag overgebracht waar zij naderhand worden opgehangen. In Delft leidt het feit dat de geuzen zich zo dicht bij de stad wagen niet tot onrust onder de bevolking.