januari 1572

.

? januari

Geuzen doen een landgang in Sexbierum en Makkum in Friesland; er zou betrekkelijk weinig schade zijn; een exacte datum is niet bekend. Ergens in dezelfde maand vergaan twee geuzenschepen in de buurt van Texel wat rond de 20 mensen het leven kost. Geuzenkapitein Robert Bruin en de rest die het overleven maken van de gelegenheid gebruik door het eiland Texel een brandschatting van fl. 6000 op te leggen. Of zij ooit dit bedrag hebben gekregen is de vraag.

1 januari
Op het stadsbestuur van Delft wordt al sinds december 1571 druk uitgeoefend vanuit het Hof van Holland in de persoon van raadsheer mr. Willem van der Criep om werk te maken van de heffing van de 10e penning en een oppercollecteur te benoemen en te beëdigen. Op Nieuwjaarsdag roept hij de burgemeesters bijeen maar omdat er slechts twee van de vier komen opdagen kunnen er geen besluiten genomen worden.
3 januari

De landgangen van de geuzen nopen tot maatregelen ter bescherming van vooral de geestelijken op wie de geuzen het bij voorkeur hebben gemunt. Het Hof van Holland approbeert een keur van de magistraat van Den Haag van 18 december 1571. Daarin wordt vanwege de (in de woorden van de keur) enorme moorden ende forfaicten, geschyet over sommighe pastoeren ende heuren cappellaenen bepaald dat gelovigen geestelijken alleen overdag naar hun huis mogen ontbieden en niet meer ′s nachts. Verder krijgen de woningen van de geestelijken extra bewaking en wordt iedereen eedel ende onedel, suppoosten ende geestelicke personen tot wachtdienst verplicht.

7 januari

Evenals andere steden werkt Haarlem niet tot volle tevredenheid mee met het beleid van Alva ten aanzien van protestanten. Alva spoort de stad Haarlem daarom per brief aan de protestanten te blijven vervolgen en uit te leveren.

8 januari

Raadsheer Van der Criep roept opnieuw de Delftse burgemeesters samen maar ook nu kan, wegens afwezigheid om diverse redenen van de burgemeesters, niets worden besloten. Wel belooft men 12 januari met een antwoord te komen.

12 januari

In het op 8 januari beloofde antwoord protesteert het Delftse stadsbestuur tegen de 10e penning met fiscale argumenten (als centrum van bierproductie zou Delft ook onevenredig getroffen worden) en omdat de heffing in strijd is met de plakkaten van de koning.

18 januari

De Goudse vroedschap weigert in te stemmen met het voorstel van de stadhouder van Holland Bossu bij te dragen in de kosten van de bestrijding van de zeepiraten tenzij de kosten ten laste komen van Philips II zelf. Bossu is namelijk bezig voorbereidingen te treffen voor de kustverdediging in het komende seizoen. De steden wordt gevraagd bij te dragen in de kosten ter bestrijding van de piraterij. Maar de Hollandse steden zitten zelf krap bij kas.
Verder weigert Gouda mee te werken aan de inning van de 10e en de 20e penning. Ondanks het feit dat de edelen in de Staten en enkele steden er in toestemmen 12.000 pond bij te dragen blijft Gouda in de week daarna in haar weigering volharden.

20 januari

Amsterdam besluit, op een eerder schrijven van stadhouder Bossu waarin werd gedreigd een boete van fl. 25.000 persoonlijk te verhalen als niet binnen enkele dagen tot inning van de 10e penning wordt overgegaan, geen 10e penning te gaan heffen. Wel biedt de stad aan haar aandeel in de afkoopsom van fl. 271.000 te leveren.

26 januari

Sommige geuzen ondervinden dat piraterij een riskante bezigheid is. In Enkhuizen wordt Barent Barendsz. van Kampen, geus, onthoofd vanwege zeeroverij en zijn voornemen naar Emden te gaan en Oranje te dienen. Hij werd eerder gevangen genomen tijdens de slag in de Eemsmond bij Emden op 23 juni 1571 toen de geuzen zijn verslagen door admiraal François van Boschuyzen.

28 januari

Twee dagen later ondergaat zijn collega Pouwels Claesz., eveneens in dezelfde slag gevangen genomen, uit Hoogkarspel hetzelfde lot.

29 januari

Watergeuzen onder leiding van kapitein Gerrit Bastiaensz. van Gorkum nemen bij Marken het veerschip van Hoorn van Jan Clomp, afkomstig uit Amsterdam, in beslag. Zij brengen de opvarenden naar het Vlie en vragen een hoger losgeld dan opgebracht kan worden. Onderweg beroven de geuzen nog een Engelse koopvaarder van zijn goederen. Enkele opvarenden van het veerschip worden slecht behandeld. Onder hen is de schout van Schellinkhout, Jan Adriaensz. Luit, waarvoor een nog hoger losgeld (fl. 1400) wordt gevraagd. Na inning van het geld wordt de man alsnog gedood.

30 januari

Wederom vraagt Bossu aan Gouda zich aan te sluiten bij de andere steden en een financiële bijdrage toe te staan om de geuzen uit het Vlie te verjagen. Gouda geeft nog steeds niet toe overmits de desolacie deser stede ende oick om der consequentie wille maar stemt in met een lening van 6000 pond van 40 groten.