mei 1572

.

begin mei - Wesel
In Wesel verzamelt Van den Berg in het begin van de meimaand een leger van 5 à 6000 man.
3 mei - Ulft

Het Gelderse Hof meldt aan de drost van Ulft dat hij zal worden voorzien van munitie voorzover men die zelf kan missen.

4 mei - Berlaymont - Doesburg

Gilles van Berlaymont, heer van Hierges, lid van de Raad van Beroerten en een belangrijk medewerker van Alva wordt stadhouder van Gelderland als opvolger van de in januari overleden Karel van Brimeu, graaf van Megen.

13 mei

Andries van Anderlecht stuurt het Hof een zeer alarmerend bericht, dat daags daarop door de richter van Doesburg wordt bevestigd. Het betreft het overkomen van een aantal haakschutters bij het Tolhuis, van welke hij meende te moeten vermoeden, dat het vijanden waren.

17 mei - Wisch - Bredevoort

In de heerlijkheid Wisch en het pandambt Bredevoort zijn baldadigheden door rebellen gepleegd. Daardoor is het zeer gewenst 30 of 40 knechten daarheen te zenden.

19 mei - Wesel
Er komen weer berichten dat er in de omgeving van Wesel troepen worden geworven.
20 mei - Tiel - Zwolle - Kampen - Harderwijk - Zutphen - Nijmegen

Oranje stuurt de steden Tiel, Zwolle, Kampen en Harderwijk vier gelijkluidende brieven met een oproep om hem te steunen en zijn troepen binnen te laten. Voorlopig zonder resultaat, de steden blijven (nog) trouw aan het koninklijk gezag.

In het kwartier van Zutphen gaan er geruchten dat Winterswijk als verzamelplaats voor geuzen dient. De schout van Lochem, Johann Kettell van Duisborch, krijgt opdracht met een aantal boeren naar Winterswijk te gaan om de geuzen tegen te houden.

In Nijmegen wordt een zekere Hendrik van Gezik gearresteerd. De man was belast met het vervoer van wapentuig bestemd om gebruikt te worden bij een poging om, met hulp van poorters van Nijmegen, in de pinksternacht (26 mei) de stad te overmeesteren. Tijdens het scherpe verhoor van Hendrik lekt het plan uit en de gehele opzet mislukt.

22 mei - Winterswijk
Als de Lochemse schout in Winterswijk arriveert stelt hij vast dat daar geen geuzen zijn. De geruchten zijn op niets gebaseerd hetgeen hij de volgende dag aan het Hof in Arnhem meldt.
24 mei - Ulft - Terborg - Groenlo

Dit alles verhindert niet dat de geuzen twee dagen daarna het kwartier van Zutphen binnentrekken. Johan van Haersolte, de drost van Ulft, meldt de stadhouder dat geuzen, 500 man sterk met 100 paarden uit Gendringen voorbij Ulft naar het ommuurde ter Borg zijn getrokken dat dan ook wordt ingenomen. ′s Nachts kwamen er nog eens 300 bij. De hertog van Brunswijk zou ook met 5000 man onderweg zijn en de Prins eveneens met een groot aantal.

Ermgardt, gravin van Lymburg en Bronckhorst, vrouwe van Wisch en Styrumb, schrijft aan het Hof dat zij heeft gehoord dat Terborg is ingenomen. Zelf zal ze naar vermogen op haar huis Wildenburg goede wacht houden.

Het is dus niet voor niets dat op diezelfde dag stadhouder Berlaymont een brief aan het bestuur van Groenlo schrijft waarin hij dringend verzoekt om soldaten in de stad in te nemen en aanspoort tot waakzaamheid.

Evenals bij Nijmegen loopt ook een plan om Arnhem te veroveren op een mislukking uit. Degenen die vanuit beide steden de geuzen zouden helpen worden terechtgesteld (zie onder 29 mei). In Arnhem zou op vier hoeken brand worden gesticht en tijdens het blussen zouden de huizen van de rijksten worden geplunderd.

25 mei - Doesburg

Op deze zaterdag vaart in de ochtend een kleine geuzenvloot op de IJssel voorbij Doesburg. De schepen met 700 soldaten komen bij Bronkhorst aan, gaan daar aan land en legeren zich in Steenderen. Hun aantal zou naar verluidt groeien tot wel 14 vendels.

Andries van Anderlecht, de drost van Berg, schrijft aan het Hof, over geuzen die zich te Emmerik ingescheept hebben. Naar verluidt zouden zij een aanslag op Nijmegen van plan zijn. Ook zouden zij Bergh willen verrassen, maar daarvoor is hij echter niet bang. Hij stelt voor een vendel ruiters in Doetinchem te leggen, ook om te voorkomen dat de geuzen ook daar mannen willen ronselen.

26 mei - Zutphen

Het stadsbestuur van Zutphen meldt het Hof dat de in Steenderen gelegerde geuzen naar het Gooi (Hengelo en Zelhem) trekken. Het Hof vermoedt, dat zij zich willen voegen bij de geuzen, die van Aalten naar Dinxperlo zijn getrokken.

De stadhouder schrijft uit Nijmegen aan Alva, dat de geuzen, die zich in de omgeving ophielden, met 5 à 600 man sterk in de richting van het graafschap Berg waren getrokken.

Voorts wordt op deze maandag voor het eerst het kasteel Ulft (vergeefs) aangevallen vanuit Terborg.

De bestuurders van Doetinchem melden het Hof dat vijanden over Zelhem naar Gendringen zijn getrokken, dat zij Ulft hebben berend (berennen = een versterkte plaats insluiten om die te belegeren) en het huis Wisch bij Terborg ingenomen terwijl ook te Dinxperlo en Elten zich geuzen ophouden. Het stadsbestuur verwacht een aanval op de stad.

27 mei - Elburg

Vanuit het Hof word de richter van Oldebroek en de schout van Doornspijk bevolen om onderdanen uit hun ambtsgebied naar Elburg te sturen om daar te helpen bij het versterken van de stadsverdediging hetgeen door de plattelandsbestuurders wordt geweigerd.

28 mei

Enkele vendels geuzen onder hopman Willem van Angeren komen met enige ruiters van de kant van Elten vóór ′s-Heerenberg. Stad en kasteel worden in naam van de koning en de Prins van Oranje opgeëist maar drost Van Anderlecht peinst er niet over het kasteel over te geven. Nog dezelfde dag wordt ′s-Heerenberg ingenomen maar het kasteel Bergh belegeren de geuzen vergeefs. Wel ontstaat door de beschietingen brand in de voorhof van het kasteel.

29 mei - ′s-Heerenberg - Arnhem

Naar aanleiding van de inname van ′s-Heerenberg draagt stadhouder Berlaymont de schout van Lochem en de richters van Doetinchem, Doesburg, Hengelo, Zelhem, Hummelo, Steenderen en Ruurlo op hun onderdanen te gelasten bij klokkeslag gewapend naar Doetinchem te gaan.

In Arnhem wordt Truide Kapaps veroordeeld vanwege haar rol in het complot om de stad in handen van Van den Bergh te spelen (zie ook 20 en 24 mei). Volgens het vonnis wordt zij gewurgd en verbrand. Twee handlangers Jan Reintkens en Goesen Schythuis-Veeger worden gevierendeeld waarna de vier delen van de verraders aan galgen worden gehangen en hun hoofden op ijzeren pinnen gesteld boven de poorten van Arnhem.

31 mei - Bergh

De geuzen slagen er niet in het kasteel Bergh in te nemen. Zij breken op de laatste dag van mei het beleg op (waarschijnlijk omdat zij niet over voldoende geschut beschikten), verlaten ′s-Heerenberg en gaan via Gendringen en Terborg naar Zelhem. In ′s-Heerenberg blijft een kleine bezetting achter.

Stadhouder Berlaymont stuurt een van zijn ambtenaren, Johan Bentinck, naar Elburg om daar de verdediging van de stad te inspecteren en eventueel het stadsbestuur de helpende hand te bieden.