september 1572

5 of 8 september

Joost van Schouwenburg arriveert in Friesland en neemt zijn intrek in Franeker. In de dagen en weken daarna versterkt hij de stad en stelt hij een Provinciaal Hof in tegenover het koningsgezinde bestuur in Leeuwarden.

9 september

Caspar de Robles stuurt vijf vendels Walen en twee vendels Duitsers onder leiding van hopman Gantau in 65 turfschuiten naar het door geuzen bezette Stavoren. De geuzen verdedigen zich fel.

10 september

Gantau krijgt versterking van 600 Waalse haakschutters en 200 Duitsers onder Monceau, Dopy en Dekama. Gantau slaagt er zo in de 1200 geuzen uit Stavoren te verdrijven en de op het blokhuis gelegerde troepen te ontzetten.

11 september

De uit Stavoren verjaagde geuzen proberen een drietal sluizen dicht te stoppen en bij de laatste sluis bij Koudum (Galamadam) de Walen ten getale van 1200 man op te wachten.

12 september

De dag erna vindt bij Galamadam een hevig gevecht plaats tussen de Spanjaarden en de geuzen. Van de geuzen laten 150 man het leven, aan de kant van de Walen zijn slechts enkele gesneuvelden. Het dorp Koudum wordt door de Walen en Duitsers geplunderd en verbrand. Daarna is Stavoren aan de beurt dat meestendeel tot het raadthuys verbrant wordt. De Walen en Duitsers keren met buit beladen, waaronder op de geuzen heroverd geschut in Leeuwarden terug.

Een groep van ongeveer 90 geuzen onder leiding van hopman Sipke van Scheltema onderneemt vanuit Ameland een aanslag op Dokkum. Een aantal boeren uit de omgeving van Dokkum biedt hulp, en gezamenlijk weten zij de kleine bezetting uit Dokkum te jagen. De kerken werden geplunderd. Vrijwel alle geestelijken verlaten de stad. Enkele katholieken en Waalse soldaten vluchten in de kerktoren, waar zij zich verschansen in afwachting van ontzet. Men slaagt er niet in hen uit de toren te verdrijven. Intussen wordt de stad in staat van verdediging gebracht, een stadswal wordt opgeworpen en een gracht wordt gegraven. Troepen van Schouwenburg proberen vanuit Franeker ondersteuning te bieden aan de geuzen te Dokkum, maar troepen van Caspar de Robles weten dit te verhinderen.

15 september

In de vroege morgen is De Robles met 500 Waalse soldaten en 60 ruiters naar Dokkum opgerukt. De boeren vluchten uit de stad; alleen burgers blijven achter. Na felle gevechten wordt de stad weer heroverd op de geuzen. Hierop volgt de vreselijke Waalse Furie, waarbij mannen, vrouwen en kinderen, katholiek en gereformeerd worden vermoord tot de helft van de bevolking toe. Een grote stadsbrand verwoest een derde (ongeveer 400 huizen) van de stad.

16 september

De Robles probeert met vijf vendels soldaten uit Leeuwarden en Harlingen de stad Franeker weer in handen te krijgen. De aanslag mislukt omdat de waterwegen waarlangs soldaten en materieel zouden worden vervoerd zijn versperd met palen en dammen. De Robles richt in de dagen daarna een legerkamp te Berlikum en bij de kloosters Aanjum en Lidlum in. Daarmee wil hij tevens de toevoer uit het Bildt naar de door de geuzen bezette steden afsnijden.