De Spaanse kolonel en garnizoenscommandant Caspar de Robles meldt de Raad van Friesland dat er op het Vlie circa twintig zeerovers en elf roofschepen voorzien van munitie liggen. De Raden van Friesland weten te melden dat bij en op Terschelling tien of elf geuzenschepen onder het commando van Blois van Treslong aan het plunderen zijn. Onder de geuzenkapiteins bevinden zich Spiering en Jelte Eelsma. De Robles stelt voor Groningen en Friesland te laten samenwerken: als Friesland voor enkele schepen zou willen zorgen zal hij een aantal Walen ter beschikking stellen. Voor Friesland zouden de kosten neerkomen op 2000 gulden (van de benodigde 5000). De Friezen gaan (nog) niet tot actie over.