Oranje bezoekt het zojuist veroverde Geertruidenberg. Hij benoemt Jerome Tseraerts tot gouverneur van de stad. Er wordt een garnizoen van 800 man in de stad gelegerd.
Een grote vloot onder bevel van Bossu, volgens de bronnen bestaande uit 20 à 30 schepen, verlaat het IJ bij Amsterdam en arriveert op de Zuiderzee. De bevelhebbers van de Westfriese vloot besluiten zich naar open water terug te trekken om insluiting te vermijden.
Bossu valt met zijn soldaten de schans van Schellingwoude aan. De soldaten geven zich over aan plundering. Het geeft de Westfriezen ruimschoots de gelegenheid veiliger oorden op te zoeken en hun eigen vloot te versterken.
In Geertruidenberg wordt gouverneur Tseraerts door muitzieke soldaten vermoord. Oranje grijpt hard in: enkele schuldigen worden in Geertruidenberg opgehangen, anderen ondergaan in Den Haag hetzelfde lot.