Willem Turck trekt, na zijn échec bij Gorinchem en Loevestein (zie 27 juni) met zijn soldaten naar Schoonhoven maar wordt daar niet binnengelaten evenmin als een vendel Duitse soldaten dat onder hopman Losekoot door Bossu naar Schoonhoven is gestuurd. Om de stad onder druk te zetten legt Bossu een graantransport vanuit Amsterdam naar Schoonhoven stil.
Het cisterciënzerklooster Marienkroon bij Heusden wordt overvallen en geplunderd door geuzen (geen exacte datum) . De broeders vluchten naar ′s-Hertogenbosch en daarna naar hun priorij in Maarsbergen. In de stad Heusden zelf ligt een Spaanse bezetting; een poging tot inname door de geuzen mislukt en de stad blijft voorlopig nog regeringsgetrouw.
De Antwerpenaar Van Haecht weet te melden dat op de eerste van deze maand te Gorcum een inquisiteur is opgehangen ′ende eerst syn tonge uytgetrocken′. Het zou gaan om ene Delredo, geboren in Antwerpen maar zoon van een Spanjaard.
Het Spaanse garnizoen verlaat ′s-Gravenhage en trekt naar Rotterdam om zich daar met de Spaanse hoofdmacht te verenigen. Veel Spaansgezinde inwoners (ongeveer 4000) volgen de Spaanse troepen.
Rond deze zelfde tijd (en mogelijk en wellicht waarschijnlijk op deze zelfde dag) vertrekken het Hof van Holland en de Rekenkamer eveneens naar Rotterdam. In ′s Gravenhage wordt namelijk door de successen van de geuzen de grond te heet onder de voeten van de raadsheren, de rekenmeesters en hun staf. Inmiddels wordt de voedselsituatie in Rotterdam precair. Bossu stuurt in deze week (geen exacte datum) een convooi van 400 Spanjaarden naar Amsterdam om daar een voorraad graan te halen (zie hierna 8 juli).
De commissarissen van Oranje Gerrit van Berkenrode en Hans Colterman (die al sinds 24 juni in Haarlem rondlopen) overhandigen hun commissiebrieven aan de Haarlemse magistraat. Deze durft de commissarissen niet te negeren aangezien een deel van de Haarlemse bevolking niet achter het regeringsgetrouwe beleid van de magistraat staat.
Spaanse soldaten plunderen de (leegstaande) abdij van Rijnsburg.
In Hoorn wordt de schutterijen, de gilden en gemeyne burgers
de
eed van trouw gevraagd op Willem van Oranje als stadhouder van Holland
van ′s koningswege. Het leidt er toe dat een aantal burgers de
wijk neemt naar Amsterdam.
Het Haarlemse stadsbestuur tekent een overeenkomst waarbij het trouw betuigt aan de koning en diens stadhouder Oranje. Alva wordt daarin als vijand gezien. De stad wordt gevrijwaard van een garnizoen. In bijzondere omstandigheden zou het geuzenvendel van Nicolaas Ruichaver (zelf ook een Haarlemmer) in garnizoen worden gelegerd. Geen enkele burger, geestelijke of leek zou schade mogen ondervinden.
Dezelfde dag is het buiten de poorten van Haarlem gelegen Regulierenklooster geplunderd. Verwer verhaalt in dit verband van enige kloosterbroeders die naar de geuzen overliepen.
Enkhuizen verzoekt per brief aan de Londense vluchtelingengemeente om
ondersteuning in de vorm van geschut, munitie en victualiën. Het
behoud van de stad is van groot belang aangezien onse stadt een
slotel vande zee es, daer zyne Forstelijcke Genaede ende die gemene
weluaert veel aengeleghen es (...)
.
Geuzen steken het in de buurt van Schoonhoven gelegen St. Michielsklooster in de Hem in brand inclusief het leprozenhuis. De door de geuzen mishandelde monniken zijn gevlucht.
In Monster zijn de afgelopen nacht watergeuzen vanuit ′s-Gravenzande aangekomen. Pastoor Adriaan van Hilvarenbeek en zijn kapelaan Jacob Lacops zijn van bed gelicht en naar Den Briel afgevoerd. Inwoners van Terheijde kregen de kans de geestelijke met een vat bier van 30 stuivers af te kopen maar die prijs was hun te hoog.
In Leiden worden alle kerken gesloten (zie hierna 20 juli).
Nu Schoonhoven geen soldaten wil innemen, noch van Willem Turck, noch
van Bossu en Bossu de graantoevoer naar de stad heeft afgesloten
rekenen de geuzen op een welwillende ontvangst. Enkele vendels geuzen
waaronder een vendel onder Jelte Eelsma trekken naar de stad maar
groot is de verrassing als zij de poorten gesloten vinden en van het
op de stadsmuren opgestelde geschut de volle laag krijgen. De burgers
van Schoonhoven weten de geuzen te verjagen waarbij verscheidene doden
vallen en er 42 gevangen genomen worden die zy paar aan paar
bonden, en in de Lek verdronken.
Volgens Van Haecht zou deze poging
om de stad in handen te krijgen de geuzen 300 levens hebben gekost.
In Gouda worden in de Lieve Vrouwe Kapel en in de Gasthuiskerk voor het eerst gereformeerde diensten gehouden, hetgeen een inbreuk is op de door Van Swieten gedane toezegging (zie 21 juni).
In Amsterdam arriveren 400 Spanjaarden die 20 à 25 lasten tarwe komen halen voor de proviandering van Rotterdam.
Bij Brielle speelt zich het drama van de negentien martelaren van Gorcum af. Ook de twee door de geuzen opgepakte geestelijken uit Monster maakten deel uit van de groep omgebrachte geestelijken uit Gorcum.
In de buurt van Haarlem, bij Spaarndam, vindt een treffen plaats tussen geuzen en Spanjaarden die op de terugweg zijn van Amsterdam naar Rotterdam. De Spanjaarden waren namelijk eerder door Bossu naar Amsterdam gestuurd om daar voor de proviandering van Rotterdam tarwe aan te kopen. De geuzen delven het onderspit en geuzenaanvoerder Cornelis Geerlofsz. Roobol wordt gevangen genomen.
In de nacht overvalt een groep van 6 à 700 mannen vanuit Haarlem de Spanjaarden die via Zandvoort trekken. De overval levert weinig op; van weerszijden zijn er enkele gesneuvelden. Nadat de Haarlemmers zijn weggetrokken steken de Spanjaarden het dorp Zandvoort in brand.
In Gouda wordt de St. Jan, de hoofdkerk van Gouda, door een uitgelaten
volksmenigte
geplunderd.
Johan Crabbe, de prior van de Augustijnen in Dordrecht en zeer koningsgezind, wordt op last van Entens gevangen genomen.
Schiedam besluit dat alle burgers en vreemdelingen die zich langer dan twee maanden buiten de stad hebben opgehouden en weer terug waren gekeerd de stad moesten verlaten. Het stadsbestuur wil de stad beschermen tegen ballingen die vaak de oproerigste aanhangers van de geuzen waren.
In Delft keert Pieter Adriaansz. van der Werff uit ballingschap terug. In opdracht van Oranje probeert hij Delft in het geusgezinde kamp te krijgen. Een aantal kapiteins van de schutterij steunt hem daarin.
Bossu meldt in zijn briefwisseling met Alva dat Amersfoort volhardt in
het weigeren van garnizoen; zelfs Naarden, toch niet meer dan een poulier
(kippenhok), blijft weigerachtig.
Bossu probeert met zes vendels en enige stukken geschut de stad Oudewater te heroveren hetgeen op een mislukking uitloopt. Nadat hij letterlijk zijn kruit heeft verschoten was de bres in de ommuring nog niet breed genoeg en de bezetting in de stad sterker dan men had voorzien. Bossu moet zich onverrichterzake terugtrekken naar Utrecht.
Oranje laat een instructie opstellen voor Filips Marnix van Sint-Aldegonde die hem zal vertegenwoordigen op de ophanden zijnde bijeenkomst van opstandige steden te Dordrecht.
De dag erna trekt Ruijchaver Haarlem binnen en is Lancelot van
Brederode binnen Haerlem gecomen met zonderlijnge triumph
.
Uit angst dat het kasteel Develstein te Zwijndrecht in handen zal vallen van de Geuzen steken de terugtrekkende Spanjaarden het gebouw in brand. De vlammen verwoesten vrijwel heel het kasteel.
Op deze datum is een vergadering van de Staten van Holland uitgeschreven (zie hiervoor onder Holland-Zuiderkwartier 26 juni). De steden laten zich echter niet zien in Den Haag maar komen in Dordrecht bijeen (zie hierna 19 juli).
verstoertmet een aantal geuzen het Zijlklooster in Haarlem.
Een zeer belangrijke gebeurtenis is de vergadering van opstandige
steden in Dordrecht die de geschiedenis is ingegaan als de eerste
vrije Statenvergadering. Een tijdgenoot schrijft: Deestyt
vergaderden de staten van Hollant tot Dordrecht om soldaten en geldt
te fineren voer den prinsche van Oraengien
. Er zijn afgevaardigden
van de volgende steden: Dordrecht, Haarlem, Leiden, Gouda, Gorinchem,
Alkmaar, Oudewater, Hoorn, Enkhuizen, Medemblik, Edam en Monnikendam.
Oranje wordt aanvaard als gouverneur en luitenant van de koning.
Eén van de besluiten is dat al het goud en zilver dat niet strikt noodzakelijk was voor de katholieke eredienst gebruikt mag worden om nieuwe munten te slaan. Voor de inzameling van dit goud en zilver wordt in Dordrecht een speciale commissaris benoemd. De Goudse vroedschap probeert zo veel mogelijk tegen te werken en geeft opdracht het goud en zilver zoveel mogelijk te verbergen.
De deken en kanunniken van Naaldwijk vluchten naar Delft vermoedelijk uit vrees hetzelfde lot te ondergaan als dat van de Monsterse pastoor en kapelaan.
De afgevaardigden van de steden die in Dordrecht hun bijeenkomst
voortzetten besluiten geen akkoord met Philips te sluiten zonder
Oranjes advijs consent ende verwillinghe daerop te hebben
.
Omgekeerd zal Oranje geen akkoord zal aangaan zonder advijs
ende consent der Staten oft immers des meestendeel derzelver
.
Op deze zondag wordt in Leiden in de Onze-Lieve-Vrouwekerk de eerste protestantse dienst gehouden.
In de kapittelkerk van Naaldwijk wordt voor het laatst de mis gecelebreerd. De deken en de meeste kanunniken van het kapittel nemen de wijk naar Delft. Dit wil nog niet zeggen dat de kerk daarmee meteen ter beschikking) staat van de protestanten want als een paar dagen later de kerk door een zekere Matthijs Jacobsz. (een uit Emden teruggekeerde balling) namens de gereformeerden wordt opgeëist weigert de katholieke baljuw Van Hooff het gebouw ter beschikking te stellen. Dat is trouwens in overeenstemming met de wil en mening van de Vrouwe van Naaldwijk, de gravin van Aremberg (zie ook 9 augustus).
Diezelfde avond probeert Bossu met vier vendels vanuit Amsterdam de stad Haarlem weer in het koningsgezinde kamp te krijgen. Door waarschijnlijk enkele regeringspersonen is met Bossu de afspraak gemaakt dat de Schalkwijkerpoort zou open staan en de brug zijn neergelaten. Dankzij waakzaamheid van Hans Colterman worden de openstaande poort en neergelaten brug tijdig ontdekt en weten schutterijen en geuzen onder leiding van Ruychaver en Lancelot van Brederode aanval af te slaan.
Om de broodschaarste tegen te gaan verbiedt de Haagse magistraat de bakkers brood te verkopen aan die buiten Den Haag of Haagambacht wonen (zie ook 13 mei).
Lumey benoemt Blois van Treslong tot gouverneur en superintendent van Den Briel en van Voorne.
Het Spaanse garnizoen ziet zich genoodzaakt Rotterdam op te geven; de stad kiest daarna voor de opstand. Een uittocht van gevluchte Haagse regeringsfunctionarissen, geestelijken en een aantal vooraanstaande Rotterdammers volgt. Het eerste doel in Den Haag waar men overnacht (geen exacte datum). De leden van het Hof van Holland en van de Rekenkamer stellen hun archieven in veiligheid. Daarna trekken het Hof en de Rekenkamer mee met de Spanjaarden langs de kust in de richting van Haarlem. Slechts één raadsheer en enkele ambtenaren blijven achter in Den Haag.
Met een aantal koningsgezinde soldaten komt de eerder uit Haarlem gevluchte baljuw van Kennemerland, Bredero en Callantsoog Christoval Dassonaville naar het huis ter Kleef dat iets ten noorden van Haarlem is gelegen.
De Haarlemse burgerij legt de eed van trouw af aan de koning en Oranje. Tevens moet zij zweren Alva en de 10e penning te bevechten.
Lumey verschijnt op de Statenvergadering in Dordrecht en wordt als plaatsvervanger van Oranje erkend op basis van de commissie die Willem van Oranje al op 20 juni had verstuurd.
In de nacht van 22 op 23 juli vertrekt de laatste Spaanse soldaat uit Delfshaven.
Het stadsbestuur van Delft besluit dat burgemeester Groenewegen en de schepenen Van der Meer en Van der Made met 30 à 50 man Delfshaven bezetten. De van de Noordelijke Maasoever weggetrokken Spanjaarden zijn dan inmiddels in Den Haag. Een delegatie van het in verwarring verkerende Delftse stadsbestuur trekt naar de president van het Hof van Holland om hem de benarde situatie te ′remonstreren′. Laatstgenoemde kan weinig doen; het koningsgetrouwe Delftse stadsbestuur zal zelf de ontstane situatie het hoofd moeten bieden.
Gelijk met Rotterdam gaat Schiedam over, waardoor eveneens een aantal Schiedammers een goed heenkomen zoeken. Geuzen onder leiding van Barthold Entens slaan in de Grote Kerk de boel kort en klein.
Stukje bij beetje komt Haarlem terecht in een staat van beleg. Gewassen (hennep en het staande koren) die rondom de stad worden verbouwd worden binnengehaald.
Tevens worden de molens buiten de Kruispoort en de Zijlpoort afgebroken samen met een aantal huizen en worden boomgaarden gerooid. De bewoners moeten de wijk nemen in de stad zelf.
De Delftse stadsregering ziet, nu de Spanjaarden uit de omgeving van Delft zijn vertrokken, in dat de koningsgezinde koers niet kan worden volgehouden en treedt in overleg met de Leidse vroedschap Pieter Adriaansz. van der Werff die als agent van Oranje optrad. Men laat Lumey weten dat de stad wil onderhandelen.
De Spanjaarden die zijn weggetrokken van de Noordelijke Maasoever met in hun kielzog vluchtelingen uit Rotterdam, Schiedam en Den Haag en de leden van het Hof en de Rekenkamer legeren zich in de Haarlemmer Hout. De bedoeling is om van daaruit via Amsterdam naar Utrecht te trekken.
Lumey komt vanuit Dordrecht namens de Prins met ruiters en voetvolk Rotterdam binnen. Hij eist het kerkzilver op ter waarde van 2300 pond.
Rotterdamse bestuurders committeren zich ‘bij handslag’ aan Paulus Buys, de vertgenwoordiger van Leiden in de Staten, aan de besluiten die de Staten van Holland in Dordrecht hebben genomen. De Staten bevinden zich op dit moment ook in Rotterdam. Lumey reageert op de bestuurders van Delft: hij wil naar Delft komen. Delft houdt de geuzenleider liefst nog op enige afstand; de Delftenaren willen zelf naar Rotterdam komen om hem met de zich daar bevindende Staten van Holland te ontmoeten.
Een door de havensteden van Waterland en West-Friesland uitgeruste vloot kiest zee. Admiraal Boschuyzen die de regeringsgezinde vloot aanvoert laat het niet op een treffen met de geuzenvloot aankomen en trekt zich terug op Amsterdam.
In Haarlem wordt het Minderbroederklooster geplunderd en verwoest.
Lumey heeft weinig geduld met de Delftenaren en staat met een groot aantal ruiters voor de poorten van Delft met het verzoek om de stad in te mogen. De magistraat weigert alle manschappen binnen te laten. Uiteindelijk laat Delft (uit angst voor blokkade door geuzen uit Leiden) Lumey met 150 man toe. Lumey installeert zich in het Gemeenlandshuis aan de Oude Delft. Nog in deze zelfde week staat Lumey toe dat de Nieuwe Kerk van Delft door de calvinisten kan worden gebruikt.
Vanwege de aanslag van Bossu op Haarlem (zie 20 juli) is Colterman hulp gaan halen bij Diederik Sonoy, de gouverneur van het Noorderkwartier. Deze stuurt kolonel Lazarus Muller met een aantal vendels naar Haarlem aangevuld met burgers uit Hoorn en Alkmaar. Bij Beverwijk vernemen zij dat de Spanjaarden zich ophouden in de Haarlemmer Hout (zie 25 juli).
′s Morgens vroeg stuit Lazarus Muller op vijf vendels vyanden
tussen Spaarndam en Santpoort. De vijanden moeten zich met
achterlating van 100 doden op Spaarndam terugtrekken. Inmiddels duiken
in de buurt van Santpoort en Velserbroek de Spanjaarden op die vanuit
de Haarlemmer Hout zijn vertrokken op weg naar Utrecht. Als Muller en
zijn mannen de strijd aanbinden blijken zij bij lange na niet
opgewassen te zijn tegen de geoefende Spanjaarden. Het resultaat is
een verliespost van 6 à 700 gesneuvelden; de rest vlucht naar
Alkmaar: een kostbare nederlaag
.
Net zo min als in andere plaatsen houden de geuzen zich in Dordrecht aan de afspraken (zie 25 juni). Uit de Augustijnerkerk in Dordrecht worden eerst de beelden verwijderd en daarna wordt de eerste protestantse preek gehouden.
De magistraat van Delft legt ten overstaan van gedeputeerden van de Staten, die zich inmiddels in Delft bevinden, de eed van trouw af aan Oranje als stadhouder. Daarmee heeft ook Delft zich officieel geschaard achter de Prins.
Vanuit Delft trekken geuzen naar Schiedam waar -evenals elders- de magistraat moest bezwijken voor de dubbele druk van prinsgezinden binnen de muren en geuzen buiten de muren.
Gezien de veelheid van regeringszaken besluiten de Staten van Holland, die in Delft zijn vergaderd, enige personen naast Lumey aan te stellen. De zitting van de Staten van Holland beëindigd.
In Haarlem komen nog eens 300 soldaten binnen.
In Gouda is men gereed met de inventarisatie van het ′overtollige′ religieuze goud en zilver. Ingevolge het besluit van de Staten van Holland zal dit in Dordrecht worden overgedragen (zie ook 19 juli).
In Utrecht arriveren de uit Holland teruggetrokken Spaanse troepen met het Hof van Holland, de Rekenkamer inclusief het hele bijbehorende ambtelijk apparaat en de archivalia. De Spanjaarden worden echter niet de stad binnengelaten. Het gevolg is wel dat zij het omliggende platteland onveilig maken en terroriseren. Tot opluchting van de plattelandsbevolking zijn zij door Alva naar Bergen in Henegouwen gehaald.
Een deputatie van de ghemeente
van Delft en de drie predikanten
verzoeken Lumey de Nieuwe Kerk voor de gereformeerde eredienst ter
beschikking te stellen. Lumey stemt toe maar laat het aan de overheid
van de stad over om dit besluit nader te bevestigen. De Delftse
overheid kan weinig anders dan hierin bewilligen zij het dat het
kerkgebouw eerst ordelijk wordt ontruimd en alles wat zich in de kerk
bevindt wordt opgeslagen.
In Leiden vindt een tweede beeldenstorm plaats onder leiding van Lumey van der Marck waarbij nog meer schade wordt aangericht dan bij de beeldenstorm van 1566. Het Franciscanerklooster buiten de Hogewoerdspoort wordt tot de grond toe afgebroken.
juist op de datum van de verrassing(van Zaltbommel dus).