juli 1572

1 juli

Vanuit Zaltbommel schrijft raadsheer Joost van Cranevelt aan de stadhouder dat de burgers van Zaltbommel de eed van trouw aan de koning hebben vernieuwd. Daarna zijn de artikelen betreffende de verdediging der stad bezworen. Verder heeft hij een aantal maatregelen genomen in het belang der defensie. Op verzoek van velen blijft hij nog eenige dagen te Bommel.

3 juli

Joost van Cranevelt meldt de stadhouder dat geuzen met 16 schepen Zaltbommel hebben aangevallen. Met hulp van Spanjaarden, die munitie kwamen brengen en een vendel Duitsers, die munitie en harnassen kwamen halen, is de aanval afgeslagen. Hij verdenkt een aantal burgers van heulen met de vijand. Noodgedwongen heeft hij 60 haakbussen uit de kisten van den Heer van Bassu genomen en die onder de loyale burgers verdeeld. Een of twee kanoniers zijn zeer nodig. Hij heeft de burgers nog niet kunnen bewegen om soldaten binnen de stad te laten, maar gaat voort met zijn pogingen in die richting.

4 juli

In Gelderland breidt de Opstand zich uit naar de Veluwe. Graaf Willem van den Berg meldt zich met 16 vendels voetvolk, 300 cavaleristen en 6 stukken geschut bij Harderwijk. De drost van Neder-Veluwe, Frederick Zuylen van Nyevelt, bevindt zich in de stad met een vendel soldaten onder bevel van hopman Pieter van Remunde. De bezetting van zowel de stad als het kasteel biedt weinig weerstand: binnen drie uur heeft Van den Berg de stad in handen. Opnieuw maakt de stad een grondige beeldenstorm mee. Het Fraterhuis en de kerk daarvan lijden veel schade.

Ondertussen trekt een deel van het (koningsgezinde) vendel onder leiding van Van Remunde naar Elburg. Prinsgezinde burgers van Elburg, waaronder met name Andries van Arler op de voorgrond treedt (het stadsbestuur heeft naar eigen zeggen nauwelijks gezag), zijn daar niet van gediend en brengen de sleutels van de stadspoorten naar Van den Bergh.

7 juli

Onder aanvoering van hopman Broekhuizen wordt in Elburg een garnizoen geuzen gelegerd.

Willem Turck, die na zijn vergeefse tocht naar Gorinchem in oostelijke richting is getrokken, bereikt met zijn 600 soldaten Culemborg en trekt de stad binnen.

10 juli

Bij verrassing nemen geuzen onder leiding van hopman Jan Govertsz. Vogelsanck, een Gorkumse balling, de stad Buren en het slot in. De gewezen gouverneur van Dordrecht, Pieter de Quaderebbe wordt er gevangen gezet.

13 juli

Geuzen plunderen rond Deventer het staande koren waarmee de voedselvoorziening van de door armoede geplaagde stad op het spel staat. Bij een Spaanse uitval vanuit Deventer laten veel plunderaars het leven maar daarmee is de voedselsituatie niet gered.

14 juli

Geuzen trekken op hun weg naar de vestingstad Lingen door Albergen, alwaar zij de boeren geld afpersten door te dreigen hun boerderijen in brand te steken. Nog maar net kan, door het betalen van vijfhonderd daalders, worden voorkomen dat de geuzen het Sint-Antoniusklooster in lichterlaaie zetten. Een aantal broeders verliet daarop het klooster.

15 juli

Hattem geeft zich over aan graaf Willem van den Bergh.

Een aanwijzing voor de voortdurende onveiligheid op het Achterhoekse platteland is het feit dat in Bredevoort (een hoge heerlijkheid) het jaarlijkse hofgericht, dat altijd op deze dag (divisionis apostolorum) wordt gehouden, durch Kriegsgescheften voor het eerst sinds eeuwen niet kan plaatsvinden.

17 juli

Vanuit de regio Deventer-Zutphen trekken de geuzen in de richting van Twente. Goor en andere plaatsen worden voor 400 of 500 gulden gebrandschat.

20 juli

Een afdeling haakschutters onder leiding van Seyno van Dorth, heer van Dorth en lid van de Staten van Gelderland, komt in Winterswijk. De kerkdeuren worden geforceerd en allerlei liturgisch gerei als kelken en monstransen wordt gestolen. Het in de buurt gelegen klooster Schaer ontkomt evenmin aan de roofzucht van de geuzen evenals de inwoners van Bredevoort.

21 juli

Oldenzaal wordt vanuit Zutphen door Willem van den Berg veroverd of 19 juli Klooster2 (archive.org)

Oranje probeert door middel van een brief aan enkele leden van de Raad van Zwolle de stad over te halen om zich over te geven. Zwolle blijft koningsgezind en laat dit zowel aan stadhouder Berlaymont als aan Oranje weten.

24 juli

Johan van Asperen, heer van Vuren en ambtman van Zaltbommel, Tiel en de Bommelerwaard, waarschuwt per brief stadhouder Berlaymont over plannen om de stad Zaltbommel te veroveren. Het gevaar komt uit zowel Gorinchem als uit Dordrecht en de ambtman steekt zijn hand niet in het vuur voor de betrouwbaarheid van de bevolking in de stad. Versterking met extra manschappen is hard nodig.

27 juli

Geuzen dringen regelmatig, waarschijnlijk vanuit de Veluwe, de Betuwe binnen. Stadhouder Berlaymont beveelt aan hopman Johan van Warmeloe (te Nijmegen) om alle veerschepen van de Bijlandt tot Nijmegen op de wal liggende, naar Nijmegen te brengen, om overvaren van de geuzen naar de Betuwe te verhinderen, alwaar men veel last van hen heeft.

28 juli

Vanuit Zutphen en Harderwijk verschijnen zeven vendels rebellen en tweehonderd ruiters voor Amersfoort en eisen vergeefs de stad op.

Van den Berg zit dringend verlegen om geld. Namens hem eist Andries van Arler vanuit Elburg van de kerkmeesters van Epe en Vaassen alle kerkelijke kostbaarheden op onder de dreiging om bij weigering krijgsvolk op hen af te sturen.

29 juli

De dag daarop breken de geuzen het beleg van Amersfoort al weer op, latende aldaer wel tweehondert dooden, die by de borgeren [...] uuyt die stadt geschoten waren.

30 juli

Ondanks een oproep van Oranje weigert de stad Zwolle zich bij de Opstand aan te sluiten. Het stadsbestuur verklaart zich gebonden te achten aan de eed van trouw aan de koning.

31 juli

In Culemborg hebben ′seker vaendelen′ Spanjaarden ongeveer 60 ′duytsche soldaten′ rug aan rug aan elkaar gebonden en vanaf de veerpont in het midden van de Lek overboord gegooid. Eén soldaat die met sonderlinge hulpe van den Heere is ontswommen heeft naakt Buren weten te bereiken.

De vrees van Berlaymont omtrent Zaltbommel wordt bewaarheid. ′s Ochtends vroeg staat Dirk van Haeften, heer van Gameren, met een hoog beladen hooiwagen voor de Bospoort. De wacht laat na inspectie van de wagen Van Haeften door. De wagen raakt klem in de poortopening en op een signaal van Van Haeften overvallen ongeveer 50 geuzen, die zich vlak voor de stad in hoge pronk- of snijbonen schuil hielden, de stad. Daar ligt op dit moment maar een klein garnizoen van 25 soldaten gelegerd. Zaltbommel gaat daarmee over naar het prinsgezinde kamp; Van Haeften wordt gouverneur en belast met de verdediging van de stad.