Op Onze Lieve Vrouwe dag proberen geuzen de smalle kuststrook tussen Zuiderzee en de venen van Overijssel te bezetten, de weg die Overijssel en Friesland verbindt. Zij willen bij Kuinre landen waar honderd van hun aanhangers hulp zouden bieden. Robles verjaagt hen en laat in Kuinre een klein garnizoen onder kapitein Gantau achter.
De Robles stelt voor een periode van 8 dagen 20 haakbusschieters ter beschikking van de drost van Genemuiden die hem daarom had gevraagd. Binnen die tijd moet hij zelf bescherming regelen.
Geuzen landen op de kust van Gaasterland, naar wordt vermoed onder leiding van de gebroeders Haring en Hartman van Haersma. De grietman Abel van Boeymer en de deurwaarder van het Hof Benedictus Franchet worden beroofd en gevangen genomen. Daarna trekken zij langs Balk naar Sloten zonder tegenstand van de bevolking te ondervinden. Zij plaatsen daar versterkingen en artillerie maar worden verslagen door het garnizoen van Kuinre.
De geuzen trekken verder naar Koudum waar de plaatselijke priester,
terwijl hij de mis opdraagt, wordt verjaagd en waar in de kerk
vernielingen worden aangericht. Een troepenmacht van 200 Walen weten
de geuzen van zich af te slaan.
Tevens landen er nog 60
geuzen aan de Workumerzijl. Het stadsbestuur van Workum weigert hen,
uit vrees voor de wraak van de Walen, de doortocht door de stad.
Daarop begeven de geuzen zich naar Ferwoude en IJlst waar zij zich
vergrijpen aan de Cyborien ende Costelyckheden
van de kerken.
De Waalse bezetting van Kuinre weet de geuzen later te verdrijven
waarbij 21 geuzen gesneuveld zouden zijn.
Doecke van Martena krijgt de opdracht van Willem van Oranje, die zich in Aldekerke bevindt, om Leeuwarden in te nemen en deze stad hierna als gouverneur te besturen. Hij wordt één van de belangrijkste leiders van de geuzen, samen met de bekende Dirk van Bronckhorst-Batenburg.
Op zijn verzoek stuurt Diederik Sonoy een vendel soldaten en dat is te weinig om succescol een aanval op Leeuwarden te ondernemen. Bovendien gaat de eerste aandacht uit naar de verovering van Kuinre dat op de verbindingsroute Overijssel-Friesland lag. Van de aanslag op Leeuwarden komt niets en de Spaanse kolonel Caspar de Robles kan Leeuwarden versterken en zich daar handhaven. Vanuit Enkhuizen stuurde Martena een latijns gedicht aan zijn voormalige boezemvriend Julius van Dekema, de Raadsheer die katholiek was gebleven.
Oranje stelt Joost van Schouwenburgh (Jost von Schaumburg-Gemen) aan als stadhouder van Friesland en Groningen inclusief de Ommelanden. Hij zal pas begin september in Friesland aankomen.
nedergeleit ontrent 1000 geuzen, ende gevangen genomen zijn ontrent (sic!) ende 110 verdronken ende de reste is ontkomen.